Hoe kun je het noorderlicht fotograferen?
Bij menig fotograaf en reiziger staat het op zijn of haar verlanglijst: het noorderlicht fotograferen. Het noorderlicht is een natuurverschijnsel dat je ooit eens gezien wilt hebben. Als een dans beweegt er een groen/blauwe gloed door de donkere hemel. Wonderlijk om te zien, maar bijzonder lastig om scherp te fotograferen. Welke instellingen moet je bijvoorbeeld gebruiken? Het zou zonde zijn als je net het moment mist omdat je niet precies meer weet hoe je moest fotograferen. Met onze tips kun jij straks net als een echte pro het noorderlicht fotograferen. Het enige wat je nog nodig hebt is een beetje geluk. Is het uiteindelijk gelukt om het licht vast te leggen? Dan is het natuurlijk mooi om dit te laten afdrukken.
Wanneer is het noorderlicht?
Het noorderlicht is een spektakel van licht. Dit natuurverschijnsel kun je alleen zien wanneer het donker is, en je dicht genoeg bij de poolcirkel bent. In Europa kun je bijvoorbeeld in IJsland en in Scandinavië het noorderlicht zien. Om deze reden wordt het ook wel het poollicht genoemd (bij de zuidpool wordt dit het zuiderlicht en niet het noorderlicht genoemd). Je moet wel geluk hebben, want het is er niet altijd en er mogen niet al te veel wolken zijn. Het noorderlicht is in de zomer niet te zien, want dat is het gewoonweg te licht.
Welke apparatuur heb je nodig?
Het noorderlicht kun je het best fotograferen met een spiegelreflex camera of in elk geval een camera waarbij je zelf de instellingen kunt bepalen. Op de camera moet je de volgende instellingen hebben: sluitertijd, diafragma en ISO. Naast een camera heb je een statief nodig waar de camera op kan staan. Wanneer je het noorderlicht vanuit de hand zou fotograferen zou de foto onscherp worden.
Lees ook: 5 landschapsfotografie tips
Camera instellingen
Wanneer je je apparatuur compleet hebt kun je de camera in gaan stellen. Het noorderlicht fotografeer je op de handmatige stand. Zet je camera op M. Daarna zet je de sluitertijd op 15 á 25 seconden. Het diafragma kun je zetten op een waarde tussen F 2,8 – 5,6. De ISO zet je tussen de 200-1600, dit hangt heel erg af van de hoeveelheid licht en de camera die je hebt. Het is dus belangrijk dat je je camera goed kent en van te voren foto’s met weinig licht maakt. Een zo laag mogelijke ISO waarde is aan te bevelen. Is het noorderlicht erg bewegelijk, dan zal deze toch hoger moeten. Optimale instellingen voor het fotograferen van het noorderlicht zijn er gewoonweg niet.
Meer tips om het noorderlicht te fotograferen
- Met een afstandsbediening staat je camera stiller dan wanneer je handmatig op de knop drukt. Fotograferen op afstand zorgt voor net wat scherper beeld.
- In koude omstandigheden gaat je batterij sneller leeg. Neem dus extra mee.
- Neem een lampje mee zodat je ziet hoe je je camera bedient
- Vriest het op het moment dat je foto’s maakt, bescherm dan je camera met een hoes, en ook je eigen handen met handschoen met touchscreens.